In een eerder blog benoemde ik angst als een van de motieven waarom bestuurders huiverig zijn om zich publiekelijk te verantwoorden. Voor alle duidelijkheid: met het benoemen van dit motief heb ik geen oordeel willen vellen. Ik ben van mening dat publieke instellingen zich publiek moeten verantwoorden. Bestuurders zijn ervoor verantwoordelijk dat dat gebeurt. Ik behoor dus tot de aangesprokenen van mijn eigen weblog en moet bedenken op welke manier ik aan mezelf gehoorzaam zal zijn.
In het algemeen signaleer ik schroom om te verantwoorden. Een van de oorzaken daarvoor is volgens mij de angst. Waarom zijn we bang om onze resultaten te tonen? Dit gebeurt natuurlijk vooral als het gaat om tegenvallende, onvoldoende resultaten. Waarom houden we die liever verborgen? Geloven we er zelf in dat het geloofwaardig is als we alleen met positieve resultaten naar buiten komen? Of is die ongeloofwaardigheid een reden om dan maar helemaal niets naar buiten te brengen?
Angst om te verantwoorden lijkt me samen te hangen met het wantrouwen waarmee bestuurders en publieke instellingen bejegend worden. Het hele systeem van (publieke) verantwoording is volgens mij gebaseerd op wantrouwen. Dat wantrouwen leidt tot dichtgetimmerde auditsystemen, waarin controleurs/inspecteurs/auditoren m.b.v. afvinklijstjes komen kijken of je voldoet. Er wordt steeds minder ruimte geboden om vanuit eigen verantwoordelijkheid en passend bij de eigen context zelf een manier van verantwoorden te ontwerpen en te presenteren. Daar komt bij dat inspectie pas nieuwswaarde lijkt te hebben als er fouten gevonden worden.
Wie wantrouwen ervaart zal alles doen om te voorkomen dat dat bevestigd wordt. Wie wantrouwen ervaart ziet verantwoording afleggen als een risico: onvoldoendes zijn geen aanleiding tot verbeteren, maar tot afstraffen. En bang voor straf zijn we allemaal ….
0 Responses to “Verantwoording in wantrouwen”