Meestal heeft zo’n blogpost als deze een aanleiding. Iets dat me tot denken zet omdat ik het van belang vind er iets mee te doen. Van denken naar doen, zeg maar.
Nu zijn er twee aanleidingen, misschien wel drie.
Morgen leggen twee collega-bestuurders een eed af. In navolging van bankbestuurders gaan we nu ook in het onderwijs beloven dat ….
Ja, wat eigenlijk? Sommigen interpreteren het als een belofte om je best te doen, om je werk zo goed mogelijk te doen … Tja, ik mag hopen dat we dat al deden.
Mijn collega’s gaan morgen beloven dat ze het ondewrijs en de leerling centraal stellen. Als we dat morgen beloven, wat deden we dan gisteren?
De eed voor onderwijsbestuurders volgt die van bankiers op. Is de situatie in het onderwijs dan ook vergelijkbaar met de bancaire sector?
Volgens mij niet. Zonder mezelf tot deskundige te bombarderen zie ik in de bankenwereld:
– een beperkt aantal grote spelers die de markt domineren
– een aantal dubieuze producten die door alle grote spelers in de markt gezet zijn
– een sectorbreed beloningssysteem dat mikt op korte termijn winst
– aandeelhoudersbelang dat prevaleert boven klantbelang
De situatie in het onderwijs is echt anders:
– het aantal instellingen is vele malen groter
– er is geen sprake van enkele instellingen die het systeem dragen en daarom “too big to fail” zijn
– er is wel sprake van enkele dubieuze praktijken, maar die staan niet symbool voor de sector
– ten opzichte van het aantal instellingen blijven de uitwassen incidenten
Dat brengt me op de tweede aanleiding voor dit blog: de berichten over ondermaatse opleidingen die zijn aangeboden ten behoeve van belastingvoordeel voor bedrijven. Scholen lijken daarbij financiële resultaten belangrijker gevonden te hebben dan leerresultaten. Om die resultaten te boeken zijn grenzen van wetgeving opgezocht en regels zo uitgelegd dat niet de geest, maar de letter van de wet bepalend werd.
De sector heeft volgens mij geen behoefte aan bestuurders die beloven hun best te doen, maar aan bestuurders die overtuigd voor onderwijs kiezen dat zich niet laat sturen door strategieën uit de private sector.
Het gaat om resultaten van leerlingen en studenten, niet om prachtige cijfers in de jaarrekening. En daarbij passen grote vraagtekens bij termen als marktwerking, concurrentie en prestatiebeloning.
Dag Frank,
Het afleggen van een eed door onderwijsbestuurders komt op mij heel narcistisch over. Ben het helemaal met je eens: het gaat om het leren van de leerling … al het overige is randvoorwaardelijk. Ik ben supporter van een club die de volgende slogan hanteert: geen woorden, maar daden!
Juist van bestuurders wordt verwacht dat ze ervoor zorgen dat het onderwijs goed verzorgd wordt; bij te weinig financiën geen slinkse trucs, maar op de politieke agenda zetten.
Is het nou zo moeilijk om als bestuurder een goed voorbeeld te geven??
Altijd tot nadere toelichting en discussie bereid.
Peter Reenalda
Als het om “rendement” geld, dus gaat worden de grenzen van wat wel en niet kan/mag maar al te graag anders uitgelegd….er zijn er meer die zich daar schuldig aan maken. een eed afleggen ? ONZIN.
Helemaal eens met wat je schrijft, beroepsethiek blijkt niet uit wat je zegt, maar uit wat je doet. De realiteit is dat ik bij een roc werk dat een groep leerlingen de mogelijkheid tot een opleiding wilde onthouden i.v.m. ruimtegebrek (praktijklokalen). Reden? In de pikorde van de bekostiging kwamen ze op de derde plaats. Het belang van de kloppende begroting gaat blijkbaar toch voor het belang van de leerling.
Ben het met je eens Frank, maar ben tussen de regels door nog op zoek naar de derde aanleiding;-)
Eens, maar ook wij laten ons niet louter leiden door de lerende leerling. Inspectieregels die daar haaks op kunnen staan vormen ook een te volgen richting.